De jongen komt vanaf de andere kant van de drukke weg aangelopen, in zijn ogen een glazige, ietwat obsessieve blik. Zonder te kijken of er verkeer aankomt steekt hij over, recht op zijn doel af: mijn hond. Eenmaal veilig op de stoep – godzijdank – zijgt hij bevallig naast het beestje neer.
“Oooo, wat ben je mooi,” zucht hij. Zijn stem klinkt hoog en koddig, zoals geboren moeders vaak tegen baby’s praten.
“Zo mooi… geef me eens een kusje!”
“Hallo,” zeg ik.
Met een verlepte plastic tas in mijn handen sta ik wat te dralen voor de McDonalds, op een stoepje dat bezaaid is met sigaretten en verpakkingsmaterialen vol vetvlekken. Schichtig kijk ik om me heen of ik mijn koper al ergens zie. Opeens komt er een medewerker naar buiten met een bezem. Ik voel me betrapt en ik sta in de weg. “Zal ik mijn fiets even aan de kant zetten?” vraag ik. Even laten zien dat ik een fatsoenlijke jonge vrouw ben.
Afgelopen zondagochtend stond ik bij het station op een bus naar Friesland te wachten. Door de speakers van mijn koptelefoon klonk een nummer van Beck waarin, heel subtiel en perfect geïntegreerd in de muziek, het koeren van een duif te horen was. Ik ging nogal op in die duiven-sample. Zozeer dat ik niet had opgemerkt dat er een man van een jaar of zestig recht voor mijn neus was gaan staan. Ik zag zijn mond bewegen, maar hoorde slechts het gekoer. De man leek ook eigenlijk wel een beetje op een duif: rond en grijs, relatief klein hoofd. Beetje hulpeloos, net iets te beweeglijk.
Ik besloot mijn koptelefoon af te zetten.
OVER Ik leg de knulligheid van alledag vast in woord en beeld. Voorheen was ik een kind.
EERDERE WANDELINGEN Meer verhalen, projecten en publicaties: https://linktr.ee/slenteraar
CONTACT Mail: nicolefromthemountain@gmail.com Of stuur een bericht via Instagram