Slenteraar



Hokjes

Op het zoveelste loopje tussen mijn huis en mijn auto tref ik de achterbuurjongen. We wonen al vijf jaar in dezelfde wijk. Altijd doet hij tot op het laatste moment alsof hij me niet ziet. Pas als we elkaar daadwerkelijk passeren maakt hij oogcontact, net te vastbesloten, gevolgd door een ‘HALLO!’ als een kanonschot.

En dat is dan dat.

Met zijn fiets aan de hand wandelt hij in mijn richting, blik op de grond. Ik sta te klooien met een zware doos, een plastic Stegosaurus en een pot met filterkoffie. Op een forum las ik dat het handig is om op verhuisdagen de spullen die je direct weer nodig hebt apart te houden. 


Op krap een meter afstand kijkt de achterbuurjongen op.

‘Hoi,’ zeg ik.

‘HALLO!’ knalt hij.

Hij moet de afgelopen dagen gemerkt hebben dat ik aan het verhuizen ben, maar heeft er nog niet naar geïnformeerd. Dat is het mooie van buurtgenoten: ze vormen een een vertrouwd, dagelijks decor waaraan je precies niets verplicht bent. Scènes zonder context, veilig te aanschouwen achter ramen en aan overkanten van trottoirs.

Gek genoeg blijft het decor nu stilstaan. De achterbuurjongen kijkt naar zijn trappers, friemelt wat aan zijn handgrepen. Dan kijkt hij omhoog en mompelt: ‘De hokjes komen…’

‘Pardon?’

‘Ze komen nu snel. De hokjes.’

‘De hokjes?’

‘Ja, in de straat hierachter zijn ze al halverwege.’

Onwillekeurig moet ik denken aan de ‘gele hesjes’, waarover in het nieuws voortdurend werd gesproken alsof de hesjes an sich geradicaliseerd waren – zonder mensen erin. Waren de hokjes nu ook al aan de gang?

‘De hokjes komen…’

Midden in de doemprofetie schiet het me dan toch te binnen: de brief van de woningbouw die ik voor de nieuwe huurder in de keukenlade heb achtergelaten. Sloop en herbouw van de tuinschuren, week 47 tot en met 50. Wij werken aan uw woonplezier!

‘Ah,’ zeg ik, ‘je bedoelt de nieuwe berghokjes. Zijn ze mooi?’

‘Ja, deze zijn zonder rot, enzo.’ 

‘Helaas, ik ga het niet meer meemaken,’ zeg ik.

We staren naar mijn verhuisdoos.

‘Ben je ziek?’ vraagt de jongen.

‘Nee, ik ga verhuizen. Dit zijn de laatste spullen.’

‘O. Succes dan.’

De achterbuurjongen loopt verder. Aan het einde van de straat staat hij weer stil, kijkt nog eens omhoog en gaat dan de hoek om. Uit het zicht. Het is de laatste scène, hier, in deze wijk.

Ik til de verhuisdoos in de auto. De Stegosaurus gaat op de bijrijdersstoel en vindt er helemaal niets van, net zoals bij eerdere verhuizingen.

Soms is ‘onaf’ ook gewoon een einde, net zoals ‘halverwege’ een begin kan zijn.

Het is maar net vanuit welk hokje je het bekijkt.

Deel dit
3 Comments
  • Beatrice Smith
    May 13, 2017

    Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua.

    • Jessica Alba
      May 13, 2017

      Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur.

  • Beatrice Smith
    May 13, 2017

    Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est laborum.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

OVER
Ik leg de knulligheid van alledag vast in woord en beeld. Voorheen was ik een kind.

Buy Me A Coffee

EERDERE WANDELINGEN
Ik wandel en schrijf sinds 2009. Nog meer verhalen vind je op mijn oude site. Publicaties in de echte wereld heb ik ook wel ‘s. Bijvoorbeeld in NRC.next, op de Optimist en bij Leeuwarden City of Literature.